De WHOA kan een nuttig instrument zijn voor ondernemingen in zwaar weer. Onder omstandigheden kan een herstructureringsdeskundige aangewezen worden om een WHOA-akkoord voor te bereiden en dit akkoord aan te bieden aan schuldeisers en/of aandeelhouders. Een onderneming moet de rechtbank verzoeken tot aanstelling van een dergelijke herstructureringsdeskundige. Recent werd zo’n verzoek door de rechtbank Rotterdam afgewezen.

Wat was er aan de hand?

Bedrijf X heeft tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige verzocht op 21 juli 2021. Op 11 mei 2021 is al een faillissementsverzoek tegen bedrijf X ingediend, door de curator van bedrijf Y, omdat de curator meent dat bedrijf X nog geld schuldig is aan bedrijf Y. Het faillissementsverzoek is wegens het verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige geschorst.

Op de zitting komt naar voren dat een juridische procedure aanhangig is tussen bedrijf X en de curator van bedrijf Y. De curator vordert in deze procedure € 10 miljoen. Bedrijf X heeft de rechtbank in haar verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige niet op de hoogte gesteld van deze procedure.

Wat oordeelt de rechtbank?

De rechtbank stelt vast dat bedrijf X nagelaten heeft in het verzoekschrift te melden dat een aansprakelijkheidsprocedure aanhangig is. Bedrijf X heeft de rechtbank niet volledig geïnformeerd, terwijl zij dit wel verplicht was. Bedrijf X had dit moeten melden, omdat aanspraak op een betaling van € 10 miljoen onmiskenbaar relevant is voor deze WHOA-procedure.
De rechtbank verbindt echter geen gevolgen aan deze verzwijging, omdat hij op andere gronden het verzoek tot toewijzing van een herstructureringsdeskundige afwijst. Deze gronden zijn onder meer dat geen bedrijfsactiviteiten meer plaatsvinden.

Een liquidatieakkoord is mogelijk binnen de WHOA, ondanks het uitgangspunt van de wet dat de onderneming na sanering weer rendabel moet kunnen worden voortgezet. Bij een liquidatieakkoord binnen de WHOA is dan wel vereist dat het gaat om een bedrijf waar sprake is van niet langer rendabele bedrijfsactiviteiten. Met behulp van de WHOA kan een dergelijk bedrijf gecontroleerd worden beëindigd. Voorwaarde daarvoor is, dat het voor de schuldeisers een beter resultaat dient op te leveren dan een faillissement.

De bestuurder heeft daarnaast op de zitting verklaard dat het WHOA-akkoord bedoelt is om eventuele reputatieschade voortvloeiend uit een faillissement te voorkomen.

De rechtbank constateert dat er geen bedrijfsactiviteiten zijn. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat de schuldeisers van bedrijf X bij een WHOA-traject beter af zouden zijn dan bij een faillissement. De rechtbank wijst daarom het verzoek tot het aanwijzen van een herstructureringsdeskundige af.

Conclusie

Het is essentieel om de rechtbank volledig en juist te informeren bij een aanvraag die aan de WHOA gerelateerd is. Daarbij blijkt dat een WHOA-traject enkel ingezet kan worden voor uit de wet voortvloeiende doelen. Het voorkomen van reputatieschade valt daar niet onder.

Heeft u vragen? Aarzel niet om contact op te nemen met onze WHOA-specialisten.

Dit artikel is geschreven door

Bas Besseling

Partner, lid dagelijks bestuur

Pieter Verloop

Senior advocaat