Het UWV heeft de eerste NOW-vaststellingsverzoeken voor de NOW 1.0 inmiddels behandeld. Sinds het begin van de coronacrisis is onder de NOW 1.0 aan 140.000 werkgevers subsidie toegekend. Bij de NOW 2.0 is aan 63.000 werkgevers subsidie toegekend. Inmiddels zijn we al toe aan het tweede tijdvak van de NOW 3. Tot hoeveel toekenningen dit gaat leiden, is nog niet te zeggen. De NOW 3 loopt nog even en duurt nog tot 1 juli 2021.

Gelet op de achtergrond van de NOW-regeling, de snelheid waarmee de regeling vormgegeven moest worden, het grote aantal aanvragen en de urgentie van uitbetalen, zijn er in deze regeling weinig mogelijkheden voor maatwerk opgenomen. Het is te verwachten dat het UWV de regels omtrent de NOW strikt zal hanteren, hetgeen de nodige problemen kan opleveren. In dit artikel bespreken wij de te verwachten problemen rondom de vaststelling, terugbetaling en vereisten van de NOW-regeling.

Voorschot

De reeds toegekende aanvragen betreffen slechts een voorschot op de daadwerkelijke subsidiebedragen. Omdat het aan het begin van de coronacrisis lastig in te schatten was voor werkgevers hoe de loonsom zich zou ontwikkelen en hoeveel omzetverlies zij zouden gaan lijden, is de NOW-subsidie als voorschot van 80 procent op het te verwachten subsidiebedrag uitgekeerd.

Het kabinet beoogde hiermee te voorkomen dat werkgevers grote bedragen zouden moeten terugbetalen, indien zou blijken dat gedurende het subsidietijdvak de loonsom is gedaald of wanneer blijkt dat er minder omzetverlies is geleden. Pas bij definitieve vaststelling van de subsidie krijgen werkgevers zekerheid of zij het reeds uitgekeerde voorschot mogen houden, zij meer geld krijgen of juist een terugbetalingsverplichting hebben.

Definitieve vaststelling NOW-subsidie

Het UWV is de afgelopen tijd begonnen met het vaststellen van de definitieve subsidies van NOW 1. Sinds 7 oktober 2020 kunnen aanvragen voor een definitieve vaststelling worden ingediend bij het UWV. Het verzoek om vaststelling dient binnen 24 weken na deze datum bij
het UWV te zijn ingediend. Indien er een accountantsverklaring nodig is, wordt deze periode verlengd naar 38 weken. Voor de andere NOW-regelingen moet de vaststelling van de subsidies nog volgen.

De definitieve vaststelling van de NOW 1 wordt gebaseerd op de werkelijke loonsom en het werkelijke percentage omzetverlies. Het UWV vergelijkt hierbij de loonsom van maart tot en met mei 2020 met de loonsom van januari 2020. De beslissing van het UWV kan drie uitkomsten bevatten: 1) de subsidie is gelijk aan het betaalde voorschot, 2) er is recht op nabetaling, of 3) er volgt terugvordering van te veel uitbetaald voorschot.

Minister Koolmees heeft het UWV verzocht om coulant om te gaan met betalingsregelingen voor werkgevers die verplicht zijn om eventueel te veel uitbetaald voorschot terug te betalen. In een dergelijk geval kunnen het UWV en de werkgever terugbetaling in betaaltermijnen overeenkomen. Dit biedt ruimte voor de werkgever wanneer hij niet direct kan terugbetalen.

Welke mogelijkheden heeft de werkgever tegen een definitieve vaststelling?

Indien een werkgever het niet eens is met een definitieve vaststelling, kan hij tegen dit besluit in bezwaar gaan. Vervolgens kan de werkgever ook nog beroep instellen bij de rechter tegen de beslissing op bezwaar van het UWV. Er vindt dan nogmaals een toetsing plaats.

Deze stappen moeten altijd worden overwogen. Helemaal omdat de minister bekend heeft gemaakt dat het UWV in de bezwaarfase nader moet bekijken of binnen de NOW-regeling en de bedoeling van de regeling tóch maatwerk geleverd kan worden.. Er volgt dan nogmaals een toetsing plaats.

Het is daarnaast ook mogelijk om een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechter wanneer het besluit van het UWV of het oordeel van de rechter een ondernemer in directe betalingsproblemen brengt. Een voorlopige voorziening aanvragen kan wenselijk zijn wanneer de gewenste betalingsregeling niet van de grond komt of de betalingsregeling met het UWV te weinig ruimte biedt voor de werkgever. De voorlopige voorziening kan er bijvoorbeeld toe leiden dat het besluit tot terugbetalen wordt opgeschort.

Te verwachten problemen bij definitieve vaststelling

In december 2020 ontvingen de eerste werkgevers de definitieve vaststelling van de subsidie op basis van de NOW 1. Het UWV had rond die tijd ongeveer 20.000 aanvragen definitief vastgesteld van de in totaal 140.000 toekenningen uit de NOW 1. Dit betreffen met name de aanvragen van kleinere werkgevers die geen accountants- of derdenverklaring hoeven te overleggen behandeld. Omdat er nog veel onduidelijkheden zijn rondom de vaststelling, heeft de Minister in februari 2021 laten weten werkgevers uitstel te verlenen tot 31 oktober 2021 voor het indienen van het vaststellingsverzoek onder de NOW 1. De verruiming van de termijn geldt zowel voor werkgevers die een accountantsverklaring nodig hebben (voor hen lag de deadline aanvankelijk op 29 juni) als voor werkgevers die een derdenverklaring of geen verklaring nodig hebben (voor hen lag de deadline op 23 maart).

De verwachting is dat ongeveer 60 procent van de werkgevers die subsidie hebben gekregen, het verkregen voorschot geheel of gedeeltelijk moeten terugbetalen. In de meeste gevallen is de verklaring hiervoor dat de loonsom is gedaald en/of doordat het omzetverlies minder is geweest dan opgegeven. Uit navraag bij verschillende accountantskantoren blijkt ook dat er in het begin veel onduidelijkheden waren voor werkgevers ten aanzien van de aanvraag van het voorschot. Hierdoor kunnen werkgevers onbedoeld fouten hebben gemaakt en dus ten onrechte (te veel) voorschot hebben ontvangen van het UWV.

De NOW-regelingen zijn onder grote (tijds)druk uitgevoerd. Door de hoeveelheid aanvragen en de grove opzet zijn de regelingen gevoelig voor slordigheden en fraude. Een voorbeeld hiervan is de volgende: werkgevers die door andere omstandigheden dan de coronacrisis omzetverlies hebben, hebben soms ook subsidie (voorschot) ontvangen. Zo is bekend geworden dat enkele payrollbedrijven profijt hebben gehad van de NOW-regeling. Hun omzetdaling was namelijk niet overwegend aan corona te wijten, maar het gevolg van een wetswijziging. Het is niet zo dat deze werkgevers misbruik maakten van de NOW-regeling. Het komt doordat in de – uitvoering van- de regeling andere omstandigheden dan de coronacrisis (nog) niet gefilterd worden.

Een en ander leidt ertoe dat het UWV de NOW-regelingen strikt toepast naar de letter van de regeling. Er is dan ook weinig ruimte voor maatwerk, ondanks dat hiertoe vele verzoeken zijn gedaan. De minister heeft dan ook steeds benadrukt dat werkgevers alleen een aanvraag moeten doen bij omzetdaling als gevolg van de coronacrisis. Fouten in de aanvragen zullen dan ook in de meeste gevallen tot een verplichting tot volledige terugbetalen leiden. Dit is ook het geval als men bij een juiste aanvraag wel recht had gehad op subsidie. De verwachting is dat hierdoor veel werkgevers verplicht zijn tot terugbetaling van de subsidie.

Een lichtpuntje voor ondernemers is dat de Minister onlangs benadrukte de NOW-regeling zoveel mogelijk in de geest van de regeling te willen uitvoeren. Dit geeft eventueel iets meer ruimte aan werkgevers voor maatwerk in bezwaar en beroep. Verder blijkt uit de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 september 2020 dat het UWV rondom de NOW een buitenwettelijk begunstigend beleid voert. Maar het UWV zal dit enkel in zeer bijzondere omstandigheden inzetten. In een dergelijk geval maakt het UWV dan een uitzondering op de letter van de regeling. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een brand bij de werkgever, waardoor het voor de werkgever onmogelijk is geweest om loonaangifte te doen voor de in de NOW-regeling opgenomen peildata.

Problemen bij accountants- en derdenverklaringen

Het UWV vereist in sommige gevallen ook nog eens dat werkgevers een accountants- of derdenverklaring overleggen voor het verkrijgen van een definitieve vaststelling. Het UWV biedt werkgevers een rekenhulp om te beoordelen of zo’n verklaring nodig is. De verwachting is dat het UWV niet alle aanvragen zelf kan controleren; de accountants of derden doen feitelijk dan de controle. Met de verklaring wordt daarnaast ook misbruik bij dusdanig hoge subsidiebedragen voorkomen.

Uit navraag bij accountantskantoren blijkt dat zij tegen verscheidene problemen aanlopen bij het opstellen van de verklaringen. Niet in alle gevallen is goed vast te stellen wat er nu precies onder omzet wordt gerekend. Ook is niet altijd duidelijk hoe moet worden omgegaan met een gedaalde loonsom, uitgestelde omzet en het feit dat veel werkgevers juist een hogere loonsom hadden in januari 2020 door eenmalige bijzondere uitkeringen. Zij geven ook aan dat discussies ontstaan met werkgevers over wie er onder een bonusverbod valt.

Daarbij komt ook dat het concernbegrip zoals die in de NOW wordt gehanteerd niet altijd passend is. Voor de NOW is het concern- en groepsbegrip breder dan het begrip die in het jaarrekeningenrecht wordt gehanteerd. Er kunnen situaties voordoen waarbij sprake is van een moederdochterrelatie die volgens het jaarrekeningenrecht niet geconsolideerd hoeft te worden, maar volgens de NOW wel. Een moederdochterrelatie valt volgens de NOW onder het concern- en groepsbegrip met als gevolg dat men de omzet bij elkaar moet optellen. Deze optie is gebaseerd op het solidariteitsbeginsel. Bedrijven met een moeder-dochterrelatie moeten voordat zij aanspraak kunnen maken op de NOW ook op het hoogste niveau dus kijken naar het omzetverlies. Wanneer dit voor een bedrijf onwenselijk is, is het in sommige gevallen mogelijk om de aanvraag op het niveau van de werkmaatschappijen te doen.

Op sommige punten zijn aanpassingen gemaakt in de NOW-regeling. Voorbeelden zijn het buiten beschouwing laten van het vakantiegeld of de eenmalige dertiende maand. Ook de afwijkende loonsom bij seizoensarbeid voor de NOW 1 is aangepast. Op andere punten zijn aanpassingen niet mogelijk, dan wel niet wenselijk.

Heeft u hulp nodig bij de NOW-regeling? Wij helpen u graag!

Wij verwachten dat rondom de (definitieve) vaststelling van de NOW-subsidie veel problemen zullen ontstaan. Gelet op de aard van de NOW-regeling verwachten wij niet dat het UWV in het primaire besluit – anders dan ten aanzien van een betalingsregeling – maatwerk gaat toepassen. Eventueel vindt dit pas plaats in de bezwaar- en/of beroepsprocedure. Indien u problemen ondervindt rondom de vaststelling van de subsidie of vragen hebt, kunt u ons hiervoor gerust contacteren.