Veel is geschreven en gezegd over de tijdelijke Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (hierna: “NOW”). Ook wij publiceerden reeds artikelen over de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de NOW-subsidie, en hoe de NOW-subsidie berekend wordt en hoe deze te verzilveren. Het heeft even op zich laten wachten, maar nu is dan ook eindelijk de eerste uitspraak over de NOW gepubliceerd.

In deze zaak, waarin verzoekster een aanvraag voor subsidie had gedaan op basis van de tweede tijdelijke Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (hierna: “NOW 2.0”), speelde de vraag wat er moet gebeuren indien de subsidie niet kan worden berekend omdat verzoekster niet voor de peildatum haar loonaangifte had gedaan.

Situatie

De verzoekster in deze zaak had een aanvraag gedaan voor een subsidie op grond van de NOW 2.0. Het UWV heeft deze aanvraag afgewezen. Uit de NOW 2.0 volgt namelijk dat de loonsom aan de hand waarvan de subsidie wordt berekend, wordt vastgesteld op grond van de loonaangifte zoals die uiterlijk op 15 mei 2020 is ingediend. Op 15 mei 2020 had in dit geval echter nog geen loonafgifte plaatsgevonden over de maanden maart 2020 en november 2019. Hierdoor kon het UWV geen loonsom berekenen, en moest zij dus de aanvraag afwijzen.

Verzoekster heeft in de procedure aangevoerd dat er wel een loonsom bekend was bij het UWV. Door een menselijke fout zijn in de aangiften van januari, februari en maart 2020 niet de juiste waarden ingevuld. Op 3 juni 2020 is deze fout echter hersteld.

Volgens verzoekster is het onnavolgbaar en disproportioneel om de aanvraag af te wijzen. Verzoekster heeft daarom tegen deze afwijzing bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht te bepalen dat het UWV alsnog de subsidie moest toekennen.

Oordeel voorzieningenrechter

Van belang is dat de NOW 2.0 geen hardheidsclausule kent. Een hardheidsclausule houdt in dat een overheidsorgaan – in dit geval het UWV – kan afwijken van wetgeving – in dit geval de NOW 2.0 – als het gevolg van toepassing van die regeling tot een onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg zou leiden voor de betreffende burger of onderneming. De klacht dat het oordeel onredelijk benadelend is voor haar onderneming, ligt in dit geval ook ten grondslag aan het verzoek van verzoekster.

De voorzieningenrechter stelt echter in haar oordeel voorop dat in de NOW 2.0 expliciet is opgenomen, dat bij de beoordeling van het recht op subsidie uitgegaan moet worden van de loongegevens zoals deze uiterlijk op 15 mei 2020 zijn ingediend. Volgens de rechter is deze datum een harde datum, waarvan niet kan worden afgeweken.

Omdat in de NOW 2.0 intentioneel geen hardheidsclausule is opgenomen, kan het UWV volgens de voorzieningenrechter niet op basis van de omstandigheden van het individuele geval afwijken van de NOW 2.0. Dat betekent dat als er uiterlijk op 15 mei 2020 geen loonaangifte heeft plaatsgevonden, er ook geen voorschot op de subsidie kan worden vastgesteld.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het UWV dan ook op goede gronden de aanvraag van verzoekster afgewezen. Het bestreden besluit zal naar verwachting in bezwaar in stand kunnen blijven. Het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen met betrekking tot de subsidie, wordt daarom door de voorzieningenrechter worden afgewezen.

Conclusie

Uit deze uitspraak wordt duidelijk dat de peildatum zoals die is vastgelegd in zowel de NOW als in de NOW 2.0 een harde datum is. Ruimte voor afwijking van deze peildatum, ook wanneer er sprake is van menselijke fouten of onvoorziene omstandigheden, lijkt door het ontbreken van een hardheidsclausule niet mogelijk.

Wilt u weten of het maken van bezwaar of het instellen van beroep tegen een beslissing van het UWV kans van slagen heeft?  De NOW-specialisten van het Right about NOW-team staan graag voor u klaar.

Neem voor meer informatie contact met ons op.