Vrijdag 24 maart jl. was de ontknoping van een lange juridische strijd tussen vakbond FNV en koeriersbedrijf Deliveroo. Het was lange tijd onduidelijk of de koeriers van Deliveroo als zzp’er werkten of in loondienst waren. Aan deze onzekerheid kwam afgelopen vrijdag een einde na de uitspraak van de Hoge Raad. Het antwoord was duidelijk: de bezorgers van Deliveroo zijn werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst en dus in loondienst.
Achtergrondinformatie
Sinds 2018 is er al veel gedoe om het besluit van Deliveroo om aflopende arbeidsovereenkomsten met bezorgers niet meer te verlengen. In plaats daarvan moesten de bezorgers zichzelf inschrijven in bij de KvK als zelfstandig ondernemer. FNV spande na deze actie van Deliveroo een rechtszaak aan tegen het Britse koeriersbedrijf. Na jarenlang procederen heeft FNV uiteindelijk gelijk gekregen. Hiermee ging de Hoge Raad (deels) mee in het eerdere advies van de advocaat-generaal en bleef de uitspraak van het Gerechtshof in stand.
Relevantie
Deliveroo is niet het enige bedrijf waar veel zelfstandigen werken die in feite werknemers zijn. Door middel van dit arrest is de volgende stap gezet om een einde te maken aan de schijnzelfstandigheid waar veel werkers in Nederland mee te maken krijgen. Eerder moest Uber ook al van de rechter per direct zijn chauffeurs in dienst nemen en betalen volgens de taxi-cao. Met deze rechtszaak had FNV de toon al gezet om techplatformbedrijven zoals Uber en Deliveroo aan te pakken. Verder heeft de uitspraak ook directe financiële gevolgen voor de werknemers van Deliveroo. “Werknemers kunnen nu aankloppen voor allerlei achterstallige betalingen. Maar ook de Belastingdienst en UWV kunnen aan de slag met het innen van achterstallige betalingen”, aldus de FNV.
Verder zorgt het arrest niet voor een geheel nieuwe blik op de vraag hoe een arbeidsovereenkomst moet worden gekwalificeerd. Wel heeft de Hoge Raad in het arrest een duidelijke opsomming gegeven van welke omstandigheden relevant zijn. Bij deze omstandigheden heeft de Hoge Raad ook (voor het eerst) duidelijk genoemd dat de volgende omstandigheden: de inbedding van het werk, het ondernemersrisico en de vraag of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, van belang zijn bij de kwalificatie van de overeenkomst.
Opsomming omstandigheden
Naast voornoemde punten heeft de Hoge Raad in het arrest een opsomming gegeven van omstandigheden, waardoor mogelijk de overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden gekwalificeerd. In totaal heeft de Hoge Raad de volgende omstandigheden genoemd:
De Hoge Raad heeft overigens niet benoemd welke omstandigheid doorslaggevend is/zwaarder weegt. De Hoge Raad heeft wel geoordeeld dat: het gewicht dat toekomt aan een contractuele afspraak mede afhangt van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht.
Standpunt Deliveroo
Deliveroo voerde onder andere de omstandigheid aan dat de bezorgers vrij zijn om te werken wanneer ze maar willen en om zich te laten vervangen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, álle omstandigheden van het geval belangrijk zijn. Weliswaar suggereert de door Deliveroo genoemde omstandigheid dat er sprake is van een zekere mate van zelfstandigheid, maar er was een duidelijke gezagsverhouding tussen Deliveroo en haar medewerkers. Dit werd onder andere duidelijk door de controle die Deliveroo uitoefende op haar werknemers via een inlogsysteem. Daarbij liet in de praktijk vrijwel niemand zich vervangen en was dit zeker geen verdienmodel. Om deze reden heeft de Hoge Raad de betreffende contractuele afspraak ook vrijwel geen gewicht gegeven. Dit laatste is opvallend, omdat in eerdere zaken vaak wel meer gewicht werd gegeven aan deze omstandigheid. Als partijen contractueel hadden afgesproken dat iemand zich kan laten vervangen en dit kwam in de praktijk ook voor, dan werd door deze afspraak juist geoordeeld dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Door dit arrest lijkt deze afspraak minder relevant te zijn geworden.
Een blik op de toekomst
Door de commotie van dit arrest zullen veel organisaties zich (weer) realiseren dat zij mogelijk moeten kijken hoe de werkrelaties binnen hun organisatie zijn vormgegeven. We zien dat voornamelijk bedrijven/sectoren waar veel ZZP’ers werkzaam zijn, waaronder bijvoorbeeld de sectoren zorg, bouw en IT, de contracten onder de loep gaan nemen. In de praktijk worden nu vaak overeenkomsten van opdracht gebruikt, terwijl ze op basis van dit arrest en eerdere uitspraken hoogstwaarschijnlijk worden gekwalificeerd als arbeidsovereenkomst. Toch zien we momenteel nog weinig discussie hierover, omdat veel ZZP’ers helemaal geen arbeidsovereenkomst willen hebben. Dat betekent natuurlijk niet dat hier geen risico in schuilt voor de opdrachtgevers.
Daarnaast geldt voor de Belastingdienst dat zij door het handhavingsmoratorium van de wet DBA niet handhaven op schijnconstructies, tenzij er sprake is van kwaadwillendheid. Overigens blijft het risico wel bestaan dat de Belastingdienst, ondanks dit handhavingsmoratorium, bij de “ZZP’er”/werkgever aankloppen, nadat de civiele rechter de overeenkomst van de ZZP’er als arbeidsovereenkomst kwalificeert. Het is voor een opdrachtgever dan ook van belang om dit risico (waaronder eventuele naheffingen van de Belastingdienst en/of UWV) voor zover mogelijk uit te sluiten in de overeenkomst van opdracht.
Het handhavingsmoratorium zal tot uiterlijk 1 januari 2025 blijven bestaan. Al is het de bedoeling van het kabinet om eerder met nieuwe wetgeving te komen. Het kabinet zal na deze uitspraak naar verwachting niet stil blijven zitten. Zo verwijst ook de Hoge Raad in het arrest al naar aangekondigde nieuwe Nederlandse/Europese wetgeving die de huidige problematiek moet gaan oplossen (zie o.a. kamerbrief minister van SZW van 16 december 2022).
Conclusie
Voor veel bedrijven en werkenden zal deze uitspraak een grote impact hebben. Heeft u zelf twijfels over de vormgeving van de werkrelaties binnen uw bedrijf, neem dan gerust contact op met onze specialisten op het gebied van arbeidsrecht.